Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als die vaten vol waren, dat zij tot haar zoon zeide: Breng mij nog een vat aan; maar hij zeide tot haar: Er is geen vat meer. En de olie [9]stond stil. 9. Dat is, werd niet meer vermenigvuldigd, overmits de kruik, waaruit zij gegoten had, niet meer olie uitgaf.